ECLI:NL:RBDHA:2023:9101
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Nigeriaanse staatsburger afgewezen wegens gebrek aan relevante bescherming op basis van klimaatgerelateerde overstromingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser. De eiser had op 9 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, waarbij hij zich beroept op de ernstige overstromingen in Nigeria als nieuw element dat zijn terugkeer zou belemmeren. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter op 9 mei 2023 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de overstromingen volgens hem niet relevant zijn voor de vraag of de eiser in aanmerking komt voor internationale bescherming onder het Vluchtelingenverdrag.
De rechtbank heeft de zaak op 15 juni 2023 behandeld, waarbij de eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. H. Chamkh, en de verweerder door mr. P.H. van Akenborgh. De rechtbank oordeelde dat de overstromingen in Nigeria, hoewel zorgwekkend, niet voldoen aan de criteria voor internationale bescherming zoals vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag. De rechtbank stelde vast dat klimaatvluchtelingen momenteel niet onder de bescherming van het Vluchtelingenverdrag vallen, en dat de overstromingen geen reëel risico op ernstige schade met zich meebrengen voor de eiser.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvraag niet-ontvankelijk was en verklaarde het beroep van de eiser ongegrond. De rechtbank wees erop dat de regio waar de eiser vandaan komt niet tot de overstroomde gebieden behoort en dat er geen bewijs was van onlusten of instabiliteit in die regio. De uitspraak werd gedaan door mr. M.D. Gunster, in aanwezigheid van griffier mr. M.C. Bakker, en werd openbaar gemaakt met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.