ECLI:NL:RBDHA:2023:9148
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inreisverbod en overschrijding van de vrije termijn in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiseres, van Surinaamse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris, waarbij een inreisverbod voor de duur van twee jaar was opgelegd. Dit besluit was genomen op 24 september 2022, omdat de eiseres de vrije termijn voor verblijf in Nederland had overschreden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres de vrije termijn inderdaad had overschreden, maar dat zij in haar beroepschrift niet voldoende had onderbouwd welke persoonlijke omstandigheden zouden leiden tot een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris de persoonlijke omstandigheden van de eiseres had meegewogen bij het nemen van het besluit en dat er geen aanleiding was om van het inreisverbod af te zien.
De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.