Wat vindt de rechtbank
9. Uit artikel 19aa van de ZW volgt dat een verzekerde die geen werkgever heeft na 52 weken uitkering op grond van de ZW, alleen nog recht heeft op ziekengeld als hij/zij ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid én de verzekerde door rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen ziekte niet meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Bij dit laatste wordt niet alleen gekeken of eiseres haar eigen werk zou kunnen verrichten, maar ook of ze andere algemeen gangbare arbeid zou kunnen doen waarmee ze meer dan 65% van haar eerder verdiende salaris kan verdienen.
10. De vraag is of het UWV het ziekengeld van eiseres terecht per 11 december 2021 heeft beëindigd, omdat eiseres op dat moment meer dan 65% kon verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 11 december 2021 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
11. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van hetgeen in bezwaar is aangevoerd.
12. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 11 december 2021 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij per die datum voor 9,20% arbeidsongeschikt is en zij dus meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voor zij ziek werd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
13. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier, waaronder het rapport van de verzekeringsarts met haar bevindingen uit medisch onderzoek en de beschikbare medische gegevens van de bedrijfsarts en neuroloog, het bezwaar van eiseres en de door haar in bezwaar ingebrachte (nieuwe) medische gegevens van haar behandelaars. Tevens heeft de verzekeringsarts B&B eiseres gezien tijdens de hoorzitting en lichamelijke en psychische observaties verricht. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten vindt de rechtbank dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldig en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten, te weten de fysieke en psychische klachten, heeft betrokken bij de medische beoordeling. De rechtbank ziet geen aanleiding om te oordelen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres heeft gemist.
De beoordeling van de belastbaarheid
14. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 11 december 2021 in de rapporten op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De verzekeringsarts B&B is allereerst van mening dat eiseres niet voldoet aan de criteria voor “geen benutbare mogelijkheden”. Volgens de verzekeringsarts, en de verzekeringsarts B&B heeft deze overwegingen overgenomen, is eiseres niet opgenomen, is er geen sprake van bedlegerigheid, van ADL-afhankelijkheid, van een ernstig persoonlijk en sociaal disfunctioneren of van sterk wisselende of verlies van mogelijkheden. De rechtbank kan de verzekeringsarts B&B in dit medisch oordeel volgen; eiseres heeft het tegendeel, namelijk dat zij in feite niet, dan wel zeer marginaal belastbaar is en in het geheel niet in staat is om te werken, zoals zij stelt, ook niet aannemelijk gemaakt. Dat de bedrijfsarts, de psycholoog of de KNO-arts dat ook zouden hebben gezegd is naar het oordeel van de rechtbank in dit verband ontoereikend. Het UWV heeft terecht een FML opgesteld.
15. De verzekeringsarts B&B merkt verder op dat de diagnose niet van doorslaggevend belang is; de daaraan ten grondslag liggende (duizeligheids)klachten, waarvoor eerder nog geen diagnose was gesteld, waren al wel bekend bij de verzekeringsarts en ook betrokken bij het vaststellen van de belastbaarheid van eiseres. Eiseres is inmiddels bekend met een beeld passend bij PPPD, maar dat is vooral van belang voor het behandelplan en zegt iets over de prognose. Het is aannemelijk dat eiseres door de duizeligheidsklachten beperkingen heeft in het werken onder een hoog handelingstempo, de omgang met deadlines en productiepieken, het werken op grote hoogtes zoals daken, steigers of ladders, werken met of bij gevaarlijke machines, en niet beroepsmatig deel dient te nemen aan het verkeer. Verder is zij aangewezen op een voorspelbare werksituatie (geen continue werkzaamheden) en regelmatige dagdiensten. De verzekeringsarts B&B ziet aanleiding om af te wijken van de beperkingen zoals aangegeven door de verzekeringsarts. Voor de duizeligheidsklachten acht de verzekeringsarts B&B een (lichte) beperking noodzakelijk voor het beeldschermwerken met rust en voor frequent buigen en staan. Tevens geldt een beperking voor harde geluiden en veelvuldige hoofdbewegingen. Een urenbeperking wordt niet noodzakelijk geacht nu met de aangenomen beperkingen al in voldoende mate rekening wordt gehouden met de klachten van eiseres. De gewijzigde en aanvullende beperkingen zijn opgenomen in de gewijzigde FML van 25 maart 2022.
16. Eiseres voert aan dat het UWV met de FML van 25 maart 2022 niet dan wel onvoldoende rekening heeft gehouden met haar beperkingen tot het verrichten van arbeid. Eiseres heeft ter onderbouwing van haar standpunt in beroep (nieuwe) medische gegevens ingediend.
17. De verzekeringsarts B&B heeft naar aanleiding van de vragen van de rechtbank in de aanvullende rapporten van 6 april 2023 en 5 mei 2023 gereageerd op het standpunt van eiseres en de door haar - ter onderbouwing daarvan - ingediende medische stukken
18. De verzekeringsarts B&B heeft in het rapport van 6 april 2023, in welk rapport hij kenbaar heeft betrokken de door eiseres in beroep nader overgelegde medische stukken, aangegeven dat neuroloog Bienfait het ziektebeeld van eiseres helder heeft samengevat. Er is sprake van niet aangeboren hersenletsel met hoofdpijn en verschillende andere klachten passend bij een stoornis in de prikkelverwerking. PPPD past ook binnen deze overkoepelende diagnose. De klachten hyperacusis, tinnitus, chronische insomnie en hoofdpijn hebben volgens de verzekeringsarts B&B te maken met prikkelverwerking/filteren daarvan. Daarmee is bij het opstellen van de FML rekening gehouden, ondanks dat bij eiseres geen hersenschade is geobjectiveerd bij neurologisch onderzoek of MRI. Ten aanzien van de klachten die eiseres ervaart, waarvoor geen aanvullende beperkingen zijn aangenomen, stelt de verzekeringsarts B&B dat de ervaren belemmeringen en klachten zoals genoteerd door de behandelaars niet per definitie gelijkgesteld kunnen worden aan de geobjectiveerde afwijkingen en beperkingen als gevolg van ziekte (de FML). Verder is het niet zo dat de diagnose ervoor zorgt dat dan ook alle bij die diagnose gemelde klachten automatisch aanwezig zijn (zoals de klachten van PPPD). De door eiseres overgelegde algemene informatie over (klachten bij) PPPD kan haar naar het oordeel van de rechtbank dus niet baten. De verzekeringsarts B&B verwijst naar het dagverhaal van eiseres en op inconsistenties in haar verhaal. Ten aanzien van de rustbehoefte motiveert de verzekeringsarts B&B dat uit het slaaponderzoek blijkt dat eiseres een regelmatig dag-nachtritme met acht uur slaap per dag heeft. Er zijn geen slaapverstoorders. Eiseres geeft zelf echter aan dat zij dutjes doet. In de loop der tijd (en in de loop van de procedure) meldt betrokkene zelf dus een steeds groter wordende herstelbehoefte te hebben. Echter de nu ingebrachte informatie werpt volgens de verzekeringsarts B&B geen ander licht op de duurbelastbaarheid in de datum in geding.
19. De verzekeringsarts B&B heeft in de FML van 25 maart 2022 beperkingen laten vallen omdat de verzekeringsarts had vastgesteld dat alle krachtfuncties beperkt zijn. In bezwaar past de verzekeringsarts B&B deze aan nu op basis van het verhaal van eiseres, de bezwaren, de bevindingen tijdens de fysieke hoorzitting en de aangeleverde medische informatie. De klachten van eiseres kunnen namelijk nauwelijks tot niet geobjectiveerd worden middels beeldvorming, functieonderzoek of biochemie (bloed, urine, etc). De diagnose niet aangeboren hersenletsel is bij betrokkene gesteld op basis van het ongeval en de klachten die daarna zijn ontstaan. Het gaat bij betrokkene op de prikkelverwerking/ het filteren van de informatie waarbij de PPPD een van de uitingen is. De beperkingen dienen dan daarop gebaseerd te worden. Daarbij past een beperking in fysieke belasting conform de daarvoor geldende criteria zoals de trillingsbelasting, het reiken, duwen/trekken, tillen tijdens werk, dragen tijdens werk, lopen tijdens werk, traplopen en klimmen volgens de verzekeringsarts B&B niet.
20. De verzekeringsarts B&B heeft in het rapport van 5 mei 2023 nog nader gemotiveerd dat een diagnose vooral van belang is voor de in te zetten behandeling en iets kan zeggen over het beloop van de aandoening. Dat nu de overkoepelende diagnose NAH is gesteld wil niet zeggen dat de klachten en ervaren belemmeringen en de objectief vast te stellen beperkingen ineens wijzigen. De diagnose is de resultante van het onderzoek. Het is niet zo dat een diagnose op zich tot alle bij deze diagnose beschreven klachten leidt. Ook is het niet zo dat wanneer de diagnose wijzigt de FML/de beperkingen dat ook doen. De verzekeringsarts B&B legt verder nog uit dat onderscheid gemaakt moet worden tussen hetgeen eiseres vertelt (de anamnese) en de onderzoeksbevindingen van verzekeringsartsen of behandelaars. Als voorbeeld geeft hij dat eiseres stelt slecht te slapen maar dat wordt niet door het slaaponderzoek bevestigd. Dit geldt ook voor de claim van eiseres dat zij haar aandacht niet goed kan verdelen terwijl zij wel auto rijdt en ook dat zij haar aandacht niet langer dan een half uur vast kan houden, terwijl zij wel adequaat kan deelnemen aan de hoorzitting. De verzekeringsarts B&B merkt op dat er beperkingen zijn opgenomen die zien op de bewegingsbeperking/duizeligheidsklachten namelijk: beroepsmatig vervoer, frequent buiten, hoofdbewegingen maken, staan, gedwongen werkhouding en werken op grote hoogtes. Concentratie is geen item in de FML. Als bedoeld wordt vasthouden en verdelen van de aandacht dan voldoet eiseres niet aan de criteria die daarvoor gelden. Zij presteert op deze items niet onder de norm. Voor tinnitus zijn geen beperkingen te duiden in de CBBS terminologie. Voor de hyperacusis en prikkelgevoeligheid is de beperking voor harde omgevingsgeluiden opgenomen. Ook is voor het werken met toetsenbord en muis al een beperking opgenomen. Die volstaat bij het opvolgen van de algemeen geldende adviezen met betrekking tot pauzes bij beeldschermwerk. Voor wat betreft de duurbelastbaarheid verwijst de verzekeringsarts B&B naar de eerdere rapportages, waarin hij heeft geconcludeerd dat een urenbeperking niet noodzakelijk is, nu dit pas wordt aangenomen indien met de overige rubrieken van de FML onvoldoende tegemoet kan worden gekomen aan de beperkingen van eiseres. Ingeval van eiseres is hiervan geen sprake.
21. Hoewel eiseres haar standpunt, dat in de FML onvoldoende (forse) beperkingen zijn opgenomen, omdat niet genoeg rekening is gehouden met de diagnose niet aangeboren hersenletsel en de daaruit voortvloeiende klachten (zoals vermoeidheid, recuperatiebehoefte, fysieke belemmeringen), is de rechtbank van oordeel dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 11 december 2021 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die door de verzekeringsarts B&B zijn vastgesteld in de FML van 25 maart 2022. Uit het dossier volgt dat de door eiseres ervaren klachten en belemmeringen en de diagnose, die daarvoor nu is gesteld, tussen partijen niet in geschil is. Althans dat maakt de rechtbank niet op uit het beroepschrift van eiseres. Daarmee heeft de verzekeringsarts B&B deze klachten en belemmeringen, voor zover deze medisch geobjectiveerd zijn en worden ondersteund door overige onderzoeksbevindingen, ook onderkend en erkend en betrokken bij het vaststellen van de FML. De verzekeringsarts B&B heeft op grond van zijn deskundigheid de vastgestelde medische feiten vertaald naar de beperkingen voor arbeid van eiseres. Dat hij daarbij belangrijke aspecten over het hoofd heeft gezien is niet naar voren gekomen. De verzekeringsarts B&B heeft in de aanvullende rapporten nader gemotiveerd waar nodig en de vragen die de rechtbank in de schorsingsbeslissing had gesteld genoegzaam beantwoord. Daarbij heeft de verzekeringsarts B&B naar het oordeel van de rechtbank ook voldoende gemotiveerd waarom er geen (nadere of forsere) beperkingen zijn aangenomen wegens haar bewegingsbeperkingen, concentratieproblemen, prikkelgevoeligheid, vermoeidheid, tinnitus, hyperacusis en haar problemen met beeldschermwerk. Ook is voldoende gemotiveerd waarom de verzekeringsarts B&B de FML heeft gewijzigd ten opzichte van de FML van de verzekeringsarts. De stelling van eiseres dat de verzekeringsarts B&B ook na de twee aanvullende rapporten van 6 april en 5 mei 2023 niet voldoende heeft gereageerd op alle vragen/gronden, kan de rechtbank dan ook niet volgen. Ten aanzien van de stelling dat niet is gereageerd op de marginale belastbaarheid, heeft het UWV – onbetwist – opgemerkt dat een marginale belastbaarheid niet met zich mee brengt dat een arbeidsdeskundig onderzoek achterwege mag blijven. Dit mag alleen als er sprake is van geen benutbare mogelijkheden, waaraan eiseres – zoals hiervoor reeds is geoordeeld – niet voldoet. De nieuwe ziekmelding betreft de datum 16 mei 2022. De rechtbank stelt vast dat dit dus ziet op een veel latere datum dan in dit geding in geschil is. Verder heeft de verzekeringsarts B&B opgemerkt dat de arts bij telefonisch contact heeft vernomen dat eiseres fors emotioneel is, hetgeen in haar situatie invoelbaar is (vader overleden, hoge bloeddruk), en heeft geconcludeerd dat er naar zijn mening tijdelijk sprake is van een (verder) afgenomen belastbaarheid, maar hij heeft daarbij niet aangegeven op welke items van de FML dat betrekking heeft. De stelling van eiseres, dat de aangenomen toegenomen arbeidsongeschiktheid niet te maken kan hebben met haar (nieuwe) psychische klachten, kan de rechtbank dan ook niet zonder meer volgen. Aan de beslissing, die het UWV ten aanzien van deze ziekmelding heeft genomen, kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet zonder meer de conclusie worden verbonden, die eiseres daaraan gehecht wenst te zien. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres zijn klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
22. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld in de FML van 25 maart 2022, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
23. De arbeidsdeskundige heeft in het rapport van 9 november 2021, voldoende uitgelegd waarom de functies, uitgaande van de FML van 25 maart 2022, geschikt zijn voor eiseres. De arbeidsdeskundige heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De arbeidsdeskundige B&B ziet geen aanleiding hiervan af te wijken en heeft deze knelpunten nog nader gemotiveerd in zijn rapportage van 29 maart 2022. Daarbij is ook kenbaar betrokken de resultaten uit het overleg tussen de arbeidsdeskundige B&B en de verzekeringsarts B&B over de geschiktheid van de geduide functies. Zo heeft de arbeidskundige B&B ten aanzien van de bezwaren met betrekking tot de functie productiemedewerker textiel (SBC-code 272043 en 111180) beargumenteerd dat de verzekeringsarts B&B geen beperking heeft vastgesteld voor de door eiseres aangedragen belastingpunten. Met betrekking tot de hoofdbewegingen heeft de arbeidsdeskundige B&B overleg gevoerd met de verzekeringsarts B&B welke heeft aangegeven dat deze belasting in alle geduide functies medisch gezien geen belemmering vormt voor eiseres. Ook het buigen en werken met toetsenbord en muis leidt niet tot overschrijding van de belastbaarheid. Ten aanzien van de bezwaren voor de functie administratief ondersteunend medewerker (SBC-code 315100) voert de arbeidsdeskundige B&B aan dat eiseres niet beperkt is voor knielen en/of hurken. Ook de functie assistent consultatiebureau (SBC-code 372091) is geschikt nu de arbeidskundig analist geen harde omgevingsgeluid heeft gescoord als kenmerkend en hiervoor geen signalering wordt getoond. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Eiseres heeft deze toelichting in beroep ook niet verder meer betwist.
24. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite ook gericht tegen de door de verzekeringsarts B&B vastgestelde FML van 25 maart 2022. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
25. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 11 december 2021 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies meer dan 65% kon verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk.