ECLI:NL:RBDHA:2023:9310
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Ethiopische minderjarige op grond van onvoldoende geloofwaardigheid van de gestelde vervolging door de autoriteiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Ethiopische minderjarige, eiser, die zijn asielaanvraag had ingediend op 10 mei 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag op 14 april 2023 afgewezen als ongegrond. Eiser stelt dat hij door de Ethiopische autoriteiten wordt gezocht vanwege zijn betrokkenheid bij demonstraties na de dood van een bekende zanger en zijn vermeende aanhang bij een politieke partij. De rechtbank heeft de zaak op 1 juni 2023 behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank oordeelt dat de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig zijn, maar dat de stelling dat hij problemen ondervindt vanwege zijn vermeende aanhang bij de politieke partij niet geloofwaardig is. Verweerder heeft zich gebaseerd op het Algemeen Ambtsbericht van Ethiopië, waaruit blijkt dat niet iedereen die opkomt voor de belangen van de [naam bevolking] bevolking in gevaar is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om zijn claims te onderbouwen, en zijn verklaringen zijn tegenstrijdig met beschikbare informatie.
De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk in de negatieve aandacht staat van de autoriteiten en dat zijn deelname aan demonstraties in Nederland niet voldoende is om te concluderen dat hij gevaar loopt bij terugkeer naar Ethiopië. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.