Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juni 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
€ 18.625,- in contanten aangetroffen in een beautycase op zolder en heeft dit geldbedrag in beslag genomen. Een operationeel specialist van de politie heeft onder meer op basis van processen verbaal de bevindingen van de doorzoeking neergelegd in een bestuurlijke rapportage van 21 februari 2021. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage is een sociaal rechercheur van de gemeente een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van de uitkering van eiseres. In dat kader is met eiseres gesproken op 9 februari 2021. Hiervan is een ambtsedig verslag opgemaakt (verslag). Verder is onder meer gekeken naar afschriften van de bankrekening van eiseres over de periode van 1 november 2020 tot en met 9 februari 2021 en naar een foto van een overzicht van de bankrekening op 26 maart 2021, en heeft eiseres schriftelijke ongedateerde verklaringen overgelegd over de herkomst van het aangetroffen geld. De sociaal rechercheur heeft zijn bevindingen neergelegd in het rapport van 30 maart 2021.
25 maart 2021 boven de voor haar geldende vrij te laten vermogensgrens van € 6.295,- ligt. Dat van het aangetroffen geldbedrag enkel een deel van € 5.000,- van eiseres is en de rest van haar jongste zoon, is volgens verweerder niet aannemelijk geworden. Eiseres kon over het volledige bedrag van € 18.923,09 vrijelijk beschikken.
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
mr.Y. Al-Qaq, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 juni 2023.