Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank volgt niet de redenering van verweerder dat de omstandigheid dat eiseres tijdens haar bezoek aan Nederland een misdrijf heeft gepleegd in combinatie met haar eerdere veroordeling erop wijzen dat zij niet goed is ingeburgerd. In dit verband is van belang dat is gebleken dat eiseres de Nederlandse taal goed spreekt en verstaat en dat zij in Nederland een aantal jaren naar school is geweest. Verweerder heeft dan ook niet enigszins in het nadeel van eiseres kunnen meewegen dat zij onvoldoende kennis heeft van de Nederlandse samenleving. De omstandigheid dat verweerder dit belang niet goed heeft afgewogen, heeft echter geen gevolgen voor de verder door verweerder gemaakte belangenafweging. Alhoewel verweerder niet langer tegenwerpt dat eiseres een gevaar vormt voor de openbare orde, heeft hij wel in het nadeel van eiseres kunnen meewegen dat aan haar recentelijk een geldboete is opgelegd wegens het in bezit hebben van een slag- of stootwapen. Verweerder heeft op grond van de genoemde omstandigheden een belangenafweging kunnen maken waarbij verweerder een groter belang heeft kunnen hechten aan het belang van Nederland dan aan het belang van eiseres. Verweerder heeft de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM dan ook niet ten onrechte in het nadeel van eiseres laten uitvallen.