Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2023, in de zaak SGR 22/1745, wordt de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres beoordeeld in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiseres had een loongerelateerde WGA-uitkering aangevraagd, waarbij het UWV haar arbeidsongeschiktheid aanvankelijk op 52,76% had vastgesteld, maar dit later wijzigde naar 79,17% na bezwaar. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep aangetekend.
De rechtbank heeft de zaak op 12 juni 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. Eiseres stelde dat het UWV haar klachten niet serieus had genomen en dat er geen zorgvuldige besluitvorming had plaatsgevonden, omdat zij nooit door een verzekeringsarts was gezien. De rechtbank oordeelde dat het UWV in eerste instantie onzorgvuldig had gehandeld, maar dat dit gebrek in beroep was hersteld door eiseres alsnog uit te nodigen voor een spreekuur bij een verzekeringsarts.
De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op 15 november 2021 voor 79,17% arbeidsongeschikt was. De rechtbank volgde de medische beoordeling van de verzekeringsarts B&B en oordeelde dat er geen reden was om aan de vastgestelde beperkingen te twijfelen. Eiseres' verzoek om benoeming van een onafhankelijke deskundige werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde het UWV in de proceskosten van eiseres, die op € 1.674,- werden vastgesteld, en droeg het UWV op het griffierecht van € 50,- te vergoeden.