Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juli 2023 in de zaak tussen
[eiseres], te [woonplaats], eiseres
Stichting WoonzorgCentra Haaglanden, te Den Haag (werkgever),
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een WIA-uitkering aan eiseres, die psychische klachten ondervindt. Eiseres had op 10 juni 2019 haar werk als huiskamerbegeleider gestaakt vanwege deze klachten en diende op 22 februari 2021 een aanvraag in voor een WIA-uitkering. Het primaire besluit van 4 juni 2021, waarin haar aanvraag werd afgewezen, werd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in het bestreden besluit van 27 januari 2022 gehandhaafd. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische en arbeidskundige beoordelingen die aan de besluiten ten grondslag lagen, zorgvuldig zijn uitgevoerd. De verzekeringsarts en arbeidsdeskundige hebben de beperkingen van eiseres in kaart gebracht en geconcludeerd dat zij per 11 juni 2021 niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, omdat haar mate van arbeidsongeschiktheid niet meer dan 25,29% bedraagt. Eiseres heeft aangevoerd dat haar psychische beperkingen zijn onderschat en dat er aanvullende beperkingen zouden moeten worden vastgesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen voldoende onderbouwd zijn en geen tegenstrijdigheden bevatten.
De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres over de geschiktheid van de geduide functies beoordeeld. Eiseres stelde dat de functies te veel prikkels met zich meebrachten en dat zij niet in staat was deze uit te voeren. De rechtbank concludeert echter dat de arbeidsdeskundige voldoende rekening heeft gehouden met de beperkingen van eiseres en dat de geselecteerde functies binnen haar mogelijkheden liggen. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de weigering van de WIA-uitkering terecht was.