Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 27 januari 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 29 december 2022 de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, een bestuursorgaan in de proceskosten kan worden veroordeeld indien daarom bij de intrekking van het beroep wordt verzocht en verweerder geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De rechtbank constateert dat verweerder aan verzoeker is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen, terwijl het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit aanhangig was. Verzoeker heeft zijn verzoek om proceskostenvergoeding gelijktijdig met de intrekking van het beroep ingediend.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de door verzoeker gemaakte proceskosten. De kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' heeft toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.