ECLI:NL:RBDHA:2023:9890
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep asiel Dublin na intrekking bestreden besluit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. F.S. Boedhoe, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. L.O. Augustinus, waarin de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen. De staatssecretaris stelde dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.
Tijdens de zitting op 21 april 2023, waar beide gemachtigden aanwezig waren, werd het beroep behandeld samen met een andere zaak. Op 26 april 2023 werd het onderzoek heropend, waarbij de staatssecretaris werd gevraagd om verduidelijking over eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op 3 mei 2023 trok de staatssecretaris het bestreden besluit in en gaf aan bereid te zijn de proceskosten van eiser te vergoeden.
De rechtbank verzocht de gemachtigde van eiser om uiterlijk op 18 mei 2023 te laten weten of het beroep nog gehandhaafd zou worden, maar ontving geen reactie. Op 24 mei 2023 werd meegedeeld dat een nadere zitting niet nodig was en dat partijen binnen een week moesten aangeven of zij toestemming gaven voor een uitspraak zonder zitting. Ook hierop kwam geen reactie, waarna het onderzoek werd gesloten.
De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, aangezien het bestreden besluit was ingetrokken. Het beroep werd daarom niet-ontvankelijk verklaard. Wel werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 837,-. De uitspraak werd gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.