Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
dat – voor zover hier van belang – is bepaald dat:
- [minderjarige01] aan de vrouw zal worden toevertrouwd;
- [minderjarige01] voorlopig bij de man is in de ene week van donderdag uit
school tot zondag 20.00 uur en in de andere week van donderdag uit school tot vrijdag
20.00 uur;
- de man met ingang van 14 april 2022 een voorlopige kinderalimentatie ten behoeve van [minderjarige01] van € 438,- per maand zal betalen;
- de man met ingang van 14 april 2022 een voorlopige partneralimentatie van € 1.040,- bruto per maand zal betalen.
- [minderjarige01] aan de man zal worden toevertrouwd;
- [minderjarige01] voorlopig bij de vrouw is op maandag en dinsdag van 16.00 uur tot en met het avondeten;
- de man aan de vrouw, met ingang van 11 april 2022, voorlopig een kinderalimentatie ten behoeve van [minderjarige01] van € 37,- per maand zal betalen.
3.Het geschil
[datum05] 2023 na te komen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag of dagdeel dat hij weigert mee te werken aan de uitvoering van de beschikking, met veroordeling van de man in de proceskosten.