ECLI:NL:RBDHA:2023:9975

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
10 juli 2023
Zaaknummer
NL23.11953
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met internationale bescherming in Oostenrijk

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een asielaanvraag die door de staatssecretaris op 18 april 2023 niet-ontvankelijk is verklaard, omdat verzoeker in Oostenrijk internationale bescherming geniet. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.11952, waarin op het beroep is beslist. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.11953

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Heida),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 18 april 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij in Oostenrijk internationale bescherming geniet.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningen doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.11952, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.