ECLI:NL:RBDHA:2024:10025

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 juni 2024
Publicatiedatum
27 juni 2024
Zaaknummer
24.8834
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
  • S. Ketelaars – Mast
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiseres op 21 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid in het kader van nareis. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 19 februari 2024 een brief ontvangen waarin eiseres de staatssecretaris in gebreke stelt wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag. Vervolgens heeft eiseres op 4 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De staatssecretaris heeft hierop een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres heeft haar aanvraag ingediend op 21 augustus 2023, met een beslistermijn van zes maanden, die op 21 februari 2024 verliep. Echter, de ingebrekestelling door eiseres op 19 februari 2024 was prematuur, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken.

Daarnaast concludeert de rechtbank dat het beroep ook prematuur is ingediend. De termijn van twee weken voor het indienen van een beroepschrift begint pas na ontvangst van de ingebrekestelling, die op 20 februari 2024 was. Dit betekent dat de beslistermijn op 5 maart 2024 verstreken was, terwijl eiseres haar beroepschrift al op 4 maart 2024 indiende. Hierdoor voldoet het beroep niet aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.

De rechtbank verklaart het beroep derhalve niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars – Mast, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.8834

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

geboren op [geboortedatum],
van Syrische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],
Mede namens haar minderjarige kinderen,

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Syrische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Syrische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. H.T. Gerbrandy),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Procesverloop

Eiseres heeft op 21 augustus 2023 een aanvraag ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf als familie- of gezinslid bij [naam] (referent) in het kader van nareis.
Bij brief van 19 februari 2024 heeft eiseres de staatssecretaris in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar aanvraag.
Eiseres heeft vervolgens op 4 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. In artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb is bepaald dat, voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit wordt gelijkgesteld.
3. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, voor zover hier van belang, is bepaald dat een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
4. Eiseres heeft op 21 augustus 2023 haar aanvraag om een mvv in het kader van nareis ingediend. De beslistermijn op de aanvraag van eiseres bedraagt zes maanden. De staatssecretaris heeft eiseres van deze beslistermijn verwittigd bij brief van 20 september 2023. Dit betekent dat de beslistermijn op de aanvraag van eiseres verliep op 21 februari 2024. Echter, eiseres heeft bij brief van 19 februari 2024 de staatssecretaris in gebreke gesteld. De rechtbank stelt vast dat de ingebrekestelling prematuur is ingediend, nu de beslistermijn om op de aanvraag van eiseres te beslissen op dat moment nog niet was verstreken.
5. Daarnaast stelt de rechtbank vast – omdat dit een geschilpunt lijkt tussen eiseres en de staatssecretaris – dat ondanks het oordeel over de ingebrekestelling, ook het beroep prematuur is ingediend. Op grond van artikel 4:17, derde lid van de Awb vangt de termijn van twee weken als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid van de Awb aan één dag na ontvangst van de ingebrekestelling, in de situatie van eiseres op 20 februari 2024. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn daarom is verstreken op 5 maart 2024. Eiseres heeft het beroepschrift ingediend op 4 maart 2024.
6. Het beroep voldoet daarom niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, omdat zowel de ingebrekestelling als het beroep prematuur zijn ingediend.
7. Het beroep is, gelet op het voorgaande, kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars – Mast, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.