In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingediend na de uitspraak van deze rechtbank van 11 oktober 2023. In die uitspraak is bepaald dat verweerder binnen twee weken moet beslissen op de nareisaanvraag van eiseres. Eiseres stelt nu beroep in, omdat verweerder dat niet heeft gedaan. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Verweerder heeft aangegeven dat hij vanaf 15 januari 2024 in nareiszaken het first-in first-out (fifo)-principe hanteert. De rechtbank wijst het verzoek van verweerder om het beroep aan te houden af, omdat dit de prikkel wegneemt om voortvarend tot een beslissing te komen. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet binnen de door de rechtbank genoemde termijn een besluit heeft genomen op de aanvraag van eiseres, waardoor het beroep terecht is ingediend en kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder alsnog binnen twee weken na verzending van de uitspraak moet beslissen op de aanvraag van eiseres. Tevens moet verweerder een dwangsom van € 200,- betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 187,- moet door verweerder worden vergoed.