ECLI:NL:RBDHA:2024:10098
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard inzake naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen
In deze zaak is in geschil of het bezwaarschrift van eiseres, [eiseres] B.V., terecht niet-ontvankelijk is verklaard door de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank Den Haag heeft op 20 juni 2024 uitspraak gedaan in deze kwestie. De zaak betreft een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) die op 11 maart 2022 is gedateerd. Eiseres heeft op 9 augustus 2022 een bezwaarschrift ingediend, dat op 10 augustus 2022 door verweerder is ontvangen. De inspecteur heeft het bezwaarschrift echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn uitspraak op bezwaar van 20 december 2022.
Tijdens de zitting op 6 juni 2024 heeft de gemachtigde van eiseres, A.F.M.J. Verhoeven, de zaak toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres in haar bezwaarschrift geen melding heeft gemaakt van het niet ontvangen van de naheffingsaanslag. De inspecteur had eerder al een voorlopige uitspraak op bezwaar gedaan waarin hij concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift. Eiseres heeft hierop niet gereageerd en ook in haar beroepschrift aan de rechtbank is geen melding gemaakt van het niet ontvangen van de naheffingsaanslag. Pas in haar pleitnota ontkent zij de ontvangst van de naheffingsaanslag, wat door de rechtbank als ongeloofwaardig wordt beschouwd.
De rechtbank concludeert dat de ontvangst van de naheffingsaanslag voldoende aannemelijk is en dat de termijn voor het indienen van het bezwaar is overschreden zonder dat er verzachtende omstandigheden zijn. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.