Op 12 juni 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2019, die onder toezicht is gesteld. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd voor de duur van zes maanden en de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening eveneens verlengd. De minderjarige ervaart veel spanningen en stress in haar huidige situatie, en de moeizame relatie tussen haar moeder en de pleegouders is een punt van zorg. Thuisplaatsing is momenteel niet in het belang van de minderjarige, omdat zij meer vraagt dan van een gemiddelde opvoeder. De kinderrechter heeft besloten dat er een gezinsopname moet plaatsvinden om te onderzoeken of en onder welke voorwaarden thuisplaatsing mogelijk is.
De kinderrechter heeft de relevante stukken in de procedure meegenomen, waaronder een eerdere beschikking van 7 december 2023 en een schriftelijke update van de gecertificeerde instelling. Tijdens de mondelinge behandeling waren de pleegouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig, evenals de moeder, die werd ondersteund door haar vader. De gecertificeerde instelling heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing gemotiveerd, waarbij zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en de relatie tussen de moeder en de pleegouders werden benadrukt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat er behoefte is aan verdere hulpverlening.
De beslissing van de kinderrechter is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht een eventueel hoger beroep.