ECLI:NL:RBDHA:2024:10343
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in asielaanvraag na niet-tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.R. Verdoner, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoeker stelde dat de Staatssecretaris niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Op 2 april 2024 heeft de Staatssecretaris, hangende het beroep, alsnog een besluit genomen. Verzoeker heeft vervolgens apart beroep ingesteld tegen dit besluit, dat onder zaaknummer NL24.14431 valt. Het beroep tegen het niet-tijdig beslissen is door verzoeker ingetrokken, waarna hij verzocht om een proceskostenveroordeling van de Staatssecretaris.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Daarom heeft de rechtbank de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op de regels van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Dit bedrag is berekend op basis van de rechtsbijstand die verzoeker heeft ingeschakeld voor het indienen van het beroepschrift. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is op 26 juni 2024 openbaar gemaakt. Verweerder is veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten, inclusief het door verzoeker betaalde griffierecht. De uitspraak biedt verzoeker de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.