Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
“Binnen vier weken (…) kan het[bestuursorgaan]
een verweerschrift indienen. Indien de bestuursrechter om een verweerschrift heeft verzocht, dient het bestuursorgaan binnen vier weken een verweerschrift in.”Dit betekent dat de staatssecretaris een verweerschrift in kan dienen en dat dit in beginsel niet verplicht is. Als de rechtbank daar om verzoekt, moet de staatssecretaris een verweerschrift indienen. Dat heeft de rechtbank echter in dit geval niet gedaan. Ook het door een partij noemen van jurisprudentie op de zitting is niet in strijd met de goede procesorde. In dit geval ging het bovendien om één enkele, gepubliceerde uitspraak waarvan het ECLI-nummer en de (korte) inhoud door de staatsecretaris zijn genoemd. Voor eiser was er voldoende gelegenheid om daar op te reageren of zo nodig nog vragen over te stellen. Eiser heeft dit niet gedaan. De beroepsgrond slaagt niet.