ECLI:NL:RBDHA:2024:10505
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak
In de zaak tussen verzoeker, een vreemdeling met een V-nummer, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 juli 2024 uitspraak gedaan. De staatssecretaris had op 2 mei 2024 de bezwaren van verzoeker tegen de afwijzing van zijn aanvragen om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op de beroepen in andere zaken (zaaknummers NL24.19278 en NL24.22773), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.