ECLI:NL:RBDHA:2024:10538
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Algerijnse homoseksuele man met Joodse achtergrond
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Algerijnse man geboren in 2000, heeft op 8 april 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris heeft deze aanvraag op 5 mei 2024 afgewezen, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. Eiser stelt dat hij vreest voor vervolging in Algerije vanwege zijn homoseksuele geaardheid en zijn Joodse achtergrond. Tijdens de zitting op 14 juni 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft ingegaan op de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij problemen ondervindt vanwege zijn Joodse achtergrond, aangezien hij geen bewijsstukken heeft overgelegd. Ook zijn verklaringen over zijn homoseksualiteit werden door de staatssecretaris als ongeloofwaardig beoordeeld. De rechtbank concludeert dat eiser niet als vluchteling kan worden aangemerkt en dat er geen reëel risico is op ernstige schade bij terugkeer naar Algerije. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, in aanwezigheid van mr. R.S. Ouertani, griffier. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en informatie over hoger beroep verstrekt.