ECLI:NL:RBDHA:2024:10594
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak van Nigeriaanse verzoeksters
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster 1, samen met haar dochter verzoekster 2, beiden van Nigeriaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op 28 mei 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. Hiertegen heeft verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 2 juli 2024, waar verzoekster 1 aanwezig was met haar gemachtigde, terwijl de minister vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Ook verzoekster 2 en een tolk waren aanwezig. Tijdens de zitting werd het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit verzoek niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak werd gedaan in de aanverwante zaak NL24.23169. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen - Telman, in aanwezigheid van griffier A. Hoekstra - Verbeek. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.