Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod dat aan eiser was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, heeft tegen het besluit van 21 juni 2024 beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat hij een vrouw en kind in Frankrijk heeft en dat het inreisverbod zijn recht op familie- en gezinsleven schendt, zoals vastgelegd in artikel 8 van het EVRM. Tijdens de zitting op 3 juli 2024 heeft eiser zijn argumenten toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde, en heeft hij stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn claims. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder onvoldoende aandacht heeft besteed aan de belangen van eiser en zijn kind in de motivering van het inreisverbod. De rechtbank oordeelt dat het inreisverbod niet voldoende gemotiveerd is en vernietigt het besluit in zoverre. Het beroep tegen het terugkeerbesluit is ongegrond verklaard, maar het beroep tegen het inreisverbod is gegrond. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.750. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.