ECLI:NL:RBDHA:2024:10692
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake overplaatsing naar opvang voor volwassenen na wijziging geboortedatum
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker afgewezen. De verzoeker, die eerder in een opvang voor minderjarigen verbleef, is per 12 februari 2024 overgeplaatst naar een opvang voor volwassenen na een wijziging van zijn geboortedatum door de IND. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging en de overplaatsing, maar zijn bezwaar is door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening op 18 april 2024 behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa).
De voorzieningenrechter oordeelt dat het COa terecht heeft gehandeld door uit te gaan van de door de IND vastgestelde meerderjarigheid van de verzoeker. De IND is verantwoordelijk voor de vaststelling van de leeftijd van vreemdelingen, en het COa hoeft niet te toetsen of de IND dit correct heeft gedaan. De verzoeker heeft documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claim dat hij minderjarig is, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat deze documenten niet voldoende zijn om de beslissing van het COa te weerleggen. De voorzieningenrechter concludeert dat het COa de opvangbehoeften van de verzoeker voldoende heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans en is openbaar uitgesproken op 23 april 2024. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.