ECLI:NL:RBDHA:2024:10834
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag als kennelijk ongegrond met betrekking tot Tunesië en medische problematiek
Op 11 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoeker had zijn asielaanvraag ingediend, maar deze werd op 12 mei 2024 door de staatssecretaris afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.21138) die betrekking heeft op het beroep van verzoeker. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier mr. R. de Mul, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.