ECLI:NL:RBDHA:2024:10837

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
NL24.359
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

Op 10 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank constateerde dat de eerdere uitspraak van 6 mei 2024 een kennelijke misslag bevatte. Deze misslag betrof het ontbreken van de bepaling dat de minister het door verzoeker betaalde griffierecht diende te vergoeden. De gemachtigde van verzoeker had op 13 juni 2024 een bericht gestuurd waarin deze misslag werd aangekaart.

In de hersteluitspraak werd aan overweging drie toegevoegd dat de rechtbank bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 184 moet vergoeden. Tevens werd het dictum aangepast om deze bepaling op te nemen. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak.

Tegen deze hersteluitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de rechtbank definitief is. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de procesvoering en de noodzaak om fouten in eerdere uitspraken tijdig te corrigeren.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.359

hersteluitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en
de minister van Asiel en Migratie, daaronder mede begrepen diens rechtsvoorgangers, verweerder,

Overwegingen

1. Naar aanleiding van het bericht van de gemachtigde van verzoeker van 13 juni 2024 stelt de rechtbank vast dat de uitspraak van 6 mei 2024 een kennelijke misslag bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. Die misslag houdt in dat in rechtsoverweging 9 en in het dictum van de uitspraak niet is opgenomen dat de rechtbank verweerder opdraagt het door verzoeker betaalde griffierecht te vergoeden.

Beslissing

Aan overweging drie wordt toegevoegd:
“De rechtbank bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 184 moet vergoeden. ”
Aan het dictum wordt toegevoegd:
“- bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht ter hoogte van € 184 (honderdvierentachtig euro) moet vergoeden.”
Deze hersteluitspraak is gedaan op 10 juli 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open