ECLI:NL:RBDHA:2024:11051
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige en opbouw van verblijf bij de moeder
Op 11 juni 2024 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak betreffende de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2019. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige verlengd voor de duur van drie maanden, tot 29 september 2024. Dit besluit volgt op een verzoek van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, die betrokken is bij de zorg voor de minderjarige. De minderjarige verblijft momenteel bij de grootouders moederszijde, terwijl de moeder en vader gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de omstandigheden voor een machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, maar dat het belangrijk is om de opbouw van het verblijf bij de moeder rustig en gefaseerd te laten verlopen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de communicatie tussen de ouders goed verloopt en dat de moeder inmiddels in staat is om voor de minderjarige te zorgen. De kinderrechter heeft ook rekening gehouden met de situatie van de vader, die recentelijk hulp heeft gezocht voor zijn alcoholprobleem. De kinderrechter heeft de termijn voor de uithuisplaatsing verkort, zodat de minderjarige sneller weer bij de moeder kan wonen, maar heeft het verzoek voor een langere verlenging afgewezen. De kinderrechter heeft een brief geschreven aan de minderjarige, waarin hij uitlegt dat hij niets verkeerd heeft gedaan en dat zijn ouders hun best doen om voor hem te zorgen. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is op 3 juli 2024 vastgesteld.