Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,V-nummer: [nummer]
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Persoonlijke omstandigheden van eiser (referentiekader)
Verklaringen van eiser over de demonstraties
Risicogroep
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 17 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn herhaalde asielaanvraag beoordeeld. Eiser, afkomstig uit Egypte, had op 10 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister op 13 juni 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De minister oordeelde dat eiser onmiddellijk moest terugkeren naar Egypte en een inreisverbod van twee jaar kreeg opgelegd. De rechtbank heeft het beroep op 10 juli 2024 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door een tolk en zijn gemachtigde, mr. A.S. Sewman.
De rechtbank overweegt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij een verstandelijke beperking heeft, waardoor onvoldoende rekening is gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank concludeert dat de minister het asielrelaas van eiser als ongeloofwaardig heeft kunnen beschouwen. Eiser had verklaard deelgenomen te hebben aan demonstraties in Egypte in 2013 en 2014, waarvoor hij een gevangenisstraf van drie jaar had gekregen. Echter, de rechtbank stelt vast dat eiser geen concrete details kon geven over deze demonstraties, zoals de locaties en tijdstippen, en dat hij in eerdere procedures had verklaard nooit gedemonstreerd te hebben.
De rechtbank oordeelt dat de minister de afwijzing van de asielaanvraag terecht heeft gemotiveerd en dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.