Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser, een Somalische vreemdeling, was opgelegd. Eiser beschikte niet over een geldig visum en had een verzoek om schadevergoeding ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) rechtmatig was. Eiser was via een videoverbinding verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en de zitting vond plaats in Breda. De rechtbank heeft overwogen dat de openbare orde de maatregel vorderde, omdat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser betwistte verschillende gronden van de maatregel, waaronder het gebrek aan kennis over de visumplicht en de stelling dat hij niet op de hoogte was van zijn vertrekverplichting. De rechtbank oordeelde dat de zware gronden die aan de maatregel ten grondslag lagen, feitelijk juist waren en dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat een lichter middel niet doeltreffend zou zijn. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.