ECLI:NL:RBDHA:2024:11106
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Middin en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. De zaak betreft een loonsanctie die aan de werkgever is opgelegd omdat zij niet voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht voor een ex-werkneemster die ziek was. De ex-werkneemster had zich ziekgemeld tijdens haar dienstverband bij Stichting Saffier en ontving een Ziektewet-uitkering. De werkgever, Stichting Middin, werd als eigen risicodrager geconfronteerd met een loonsanctie omdat zij niet aan haar re-integratieverplichtingen zou hebben voldaan. De rechtbank heeft de argumenten van de werkgever, die stelde dat de eerste dag van arbeidsongeschiktheid eerder lag dan door de verweerder was vastgesteld, niet gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de werkgever onvoldoende had aangetoond dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag eerder was dan 7 december 2019. Ook werd vastgesteld dat de re-integratie-inspanningen niet adequaat waren, omdat er geen passend zoekprofiel was opgesteld en er niet naar geschikte functies was gezocht. De rechtbank verklaarde het beroep van de werkgever ongegrond en bevestigde de loonsanctie.