Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
Op 18 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd aan een Algerijnse eiser. De maatregel was opgelegd op basis van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht onder de Dublinverordening en er een significant risico was dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. H.K. Jap A Joe, heeft tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 17 juli 2024 in Breda heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij de eiser aanwezig was en zijn gemachtigde de verdediging voerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser geen gronden had ingediend tegen de maatregel van bewaring en dat hij zich had verzoend met de geplande overdracht. De rechtbank concludeerde dat er voldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring en dat deze niet onrechtmatig was. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 juli 2024 en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.