ECLI:NL:RBDHA:2024:1120

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
NL24.1097
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Albanese eiser en oplegging inreisverbod

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Albanese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser, geboren in 1978, diende op 4 december 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 januari 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 25 januari 2024 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde afwezig waren. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag is afgewezen omdat de eiser afkomstig is uit een veilig land van herkomst, en dat de staatssecretaris terecht een inreisverbod voor twee jaar heeft opgelegd. De rechtbank oordeelt dat het belang van de eiser om in de EU te werken en familie te bezoeken niet opweegt tegen de noodzaak van de staatssecretaris om een juridische maatregel op te leggen. De eiser betwist de afwijzing en stelt dat het inreisverbod onevenredig is, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de persoonlijke omstandigheden van de eiser voldoende heeft meegewogen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en kent geen proceskostenvergoeding toe.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.1097

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], V-nummer: [nummer], eiser

(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,

(gemachtigde: J.P.M. Wuite).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser heeft de Albanese nationaliteit en is geboren op [datum] 1978. Hij heeft op 4 december 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 10 januari 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast is bepaald dat eiser de Europese Unie onmiddellijk moet verlaten en is aan hem een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaren.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 25 januari 2024 samen met het verzoek om een voorlopige voorziening hangende dit het beroep [1] , op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de staatssecretaris. Eiser en zijn gemachtigde waren met kennisgeving afwezig.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser komt alleen op tegen het opleggen van het inreisverbod.
3. Naar het oordeel van de rechtbank is het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het bestreden besluit
4. De asielaanvraag van eiser is afgewezen als kennelijk ongegrond omdat eiser afkomstig is uit een veilig land van herkomst. Daarnaast is een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaren. De staatssecretaris heeft geconcludeerd dat het belang van eiser om in de Europese Unie (EU) te werken en in de EU woonachtige familieleden te bezoeken niet opweegt tegen het belang om een juridische maatregel op te leggen.

Gronden

5. Volgens eiser wordt hij door het inreisverbod onevenredig in zijn belangen geschaad. Hiertoe wijst eiser erop dat Albanië geografisch wordt omsloten door EU-landen (Griekenland, Bulgarije, Kroatië). De door eiser verrichte werkzaamheden vinden veelal in het buitenland plaats, in EU-lidstaten. Bovendien mogen Albanezen sinds 2010 Albanezen visumvrij binnen het Schengengebied reizen. [2] Eiser betwist de overweging van de staatssecretaris dat hij binnen Albanië in zijn levensbehoefte kan voorzien. Eiser heeft twintig jaar geleden in Albanië als muzikant gewerkt en meer recent als professioneel schilder en stukadoor. Volgens hem had de staatssecretaris moeten doorvragen over zijn arbeidsactiviteiten. Ook is onvoldoende betrokken dat er vele familieleden van eiser woonachtig zijn in EU-lidstaten. Volgens eiser is het bestreden besluit daarom in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
Toetsingskader
6. Omdat de asielaanvraag van eiser is afgewezen als kennelijk ongegrond, kan de staatssecretaris bepalen dat eiser Nederland onmiddellijk moet verlaten. Dit volgt uit artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. Uit paragraaf A3/3.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000 blijkt dat de staatssecretaris gebruik maakt van die bevoegdheid als een aanvraag wordt afgewezen als kennelijk ongegrond omdat de vreemdeling afkomstig is uit een veilig land van herkomst. Omdat de staatssecretaris tegen eiser een terugkeerbesluit met een onmiddellijke vertrekplicht heeft uitgevaardigd, is de staatssecretaris op grond van artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw gehouden aan eiser een inreisverbod voor de duur van twee jaar uit te vaardigen. In artikel 66a, achtste lid, van de Vw 2000 is bepaald dat de staatssecretaris in afwijking van het eerste lid om humanitaire of andere redenen kan afzien van het uitvaardigen van een inreisverbod.
Oordeel van de rechtbank
7. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris niet heeft hoeven afzien van het opleggen van het inreisverbod. Voor zover eiser betoogt dat de staatssecretaris vanwege humanitaire of andere redenen had moeten afzien van een inreisverbod, volgt de rechtbank hem daarin niet. Van bijzondere omstandigheden is geen sprake. Eiser heeft zowel in zijn zienswijze als in de beroepsgronden slechts summier verklaard over zijn persoonlijke omstandigheden. De enkele, niet onderbouwde stelling dat eiser in EU-lidstaten woonachtige familieleden heeft, is onvoldoende voor de conclusie dat de staatssecretaris daarom had moeten afzien van het opleggen van een inreisverbod. Er is niet nader onderbouwd om welke familieleden dit precies gaat en waarom van hen niet gevergd kan worden dat zij eiser in Albanië kunnen bezoeken. Eiser heeft daarnaast evenmin onderbouwd waarom hij binnen Albanië niet in zijn levensonderhoud zou kunnen voorzien. Niet valt in te zien waarom eiser voor arbeidsactiviteiten specifiek zou zijn aangewezen op EU-lidstaten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris de persoonlijke omstandigheden van eiser, voor zover aangevoerd, in voldoende mate betrokken bij de weging van de betrokken belangen. Dat deze weging in het nadeel van eiser is uitgevallen, wil niet zeggen dat de staatssecretaris in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel heeft gehandeld.
8. Ook hetgeen eiser voor het overige heeft aangevoerd leidt niet tot de conclusie dat de staatssecretaris had moeten afzien van het opleggen van een inreisverbod op basis van artikel 66a, achtste lid van de Vw 2000.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Hij krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. R.E.J. Jansen, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.met zaaknummer NL24.1098
2.Stabilisatie-en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten,