ECLI:NL:RBDHA:2024:1122
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.P.M. Wuite, had tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 10 januari 2024, verklaarde de asielaanvraag van de verzoeker niet-ontvankelijk.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 25 januari 2024, samen met een andere zaak (NL24.1102). Tijdens deze zitting waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag (zaaknummer NL24.1102) al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.
Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. R.E.J. Jansen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.