ECLI:NL:RBDHA:2024:11258

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 april 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
C/09/660291 / FA RK 24-521
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling en verdeling vakanties en feestdagen in een ouderschapsconflict

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de zorgregeling en de verdeling van vakanties en feestdagen tussen de ouders van een minderjarig kind. De vader had verzocht om aanpassing van de bestaande zorgregeling, die was vastgesteld in een eerdere beschikking van 22 februari 2023. Hij stelde dat er gewijzigde omstandigheden waren, omdat de moeder zich niet altijd aan de zorgregeling hield en hij meer tijd met het kind wilde doorbrengen. De moeder betwistte deze stellingen en voerde aan dat zij zich wel aan de afspraken hield en dat de vader zijn verzoek niet voldoende had onderbouwd.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake was van gewijzigde omstandigheden die een wijziging van de zorgregeling rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wijziging van de zorgregeling en de verdeling van vakanties en feestdagen. Daarnaast werd het verzoek van de vader om een dwangsom op te leggen aan de moeder afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de moeder de bestaande afspraken niet nakwam. De rechtbank heeft wel een informatieregeling goedgekeurd, waarbij de moeder de vader maandelijks per e-mail zal informeren over het welzijn en de ontwikkelingen van het kind op het gebied van onderwijs.

De beslissing benadrukt het belang van rust en regelmaat voor het kind en de noodzaak voor ouders om zich aan afspraken te houden. De rechtbank heeft de vader erop gewezen dat hij ook aandacht kan besteden aan de leesvaardigheid van het kind tijdens de tijd die zij samen doorbrengen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-521
Zaaknummer: C/09/660291
Datum beschikking: 5 april 2024

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 23 januari 2024 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.M.C. Wittens te ‘s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te Noordwijk,
advocaat: mr. M.T.E. Kranenburg te Roosendaal.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift.
Op 8 maart 2024 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.

Feiten

- De vader en de moeder zijn de ouders van het volgende nog minderjarige kind:
- [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] .
  • De moeder geeft thuisonderwijs aan [minderjarige] .
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 22 februari 2023 zijn de ouders verwezen naar de bij hen bekende mediator en is bepaald:
 dat voortaan aan de vader en de moeder gezamenlijk het gezag zal toekomen over [minderjarige] ;
 dat [minderjarige] als volgt bij de vader zal zijn:
 in de oneven weken: van vrijdag 15:00 uur tot zondag 19:00 uur;
 in de even weken: van woensdag 15:00 uur tot donderdag 08:45 uur;
waarbij de moeder [minderjarige] naar de vader brengt en de vader [minderjarige] terug bij de moeder brengt;
 minimaal veertien aaneengesloten dagen in de zomervakantie, tussen de ouders in onderling overleg te bepalen;
 de helft van de meivakantie, tussen de ouders in onderling overleg te bepalen;
 de helft van de kerstvakantie, tussen de ouders in onderling overleg te bepalen;
 oudejaarsavond: in de even jaren;
 nieuwjaarsdag: in de even jaren;
 tweede paasdag;
 Koningsdag: in de even jaren;
 tweede pinksterdag;
 tweede kerstdag;
 Vaderdag;
 verjaardag van de vader.

Verzoek en verweer

Het verzoekschrift strekt tot wijziging van de hiervoor genoemde beschikking, in die zin dat de vader verzoekt te bepalen dat:
een zorgregeling zal gelden waarbij [minderjarige] in de even weken van dinsdag 9.00 uur tot en met vrijdag 19.00 uur en in de oneven weken van vrijdag 9.00 uur tot en met zondag 19.00 uur bij de vader zal zijn;
de verdeling van de vakanties en feestdagen vast te stellen overeenkomstig het door de vader opgestelde schema;
althans een zodanige zorgregeling en verdeling van de vakanties en feestdagen vast te stellen die de rechtbank in het belang van [minderjarige] juist acht;
de moeder de door de rechtbank vast te stellen regelingen volledig en stipt dient na te komen op straffe van een dwangsom van € 100,- voor iedere keer c.q. dag dat hieraan geen uitvoering gegeven wordt;
de ouders over en weer, met ingang van de datum van de beschikking, iedere maand elkaar per e-mail updates sturen met de volgende informatie:
a. informatie over de gezondheid van [minderjarige] ;
b. welke thema’s er tijdens de twee weken met [minderjarige] zijn behandeld;
c. welke thema’s/onderwerpen [minderjarige] goed afgingen;
d. welke thema’s/onderwerpen mogelijk extra aandacht nodig hebben;
e. welke (educatieve) activiteiten [minderjarige] heeft ondernomen;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader doet zijn verzoek steunen op de stelling dat de omstandigheden sinds de beschikking van 22 februari 2023 zijn gewijzigd.
De moeder voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Wijziging zorgregeling
Op grond van artikel 1:253a in samenhang met artikel 1:377e Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank op verzoek van (één van) de ouders een beslissing over de zorgregeling wijzigen op grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. De rechtbank neemt in een dergelijk geval een beslissing die haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
De vader stelt dat de omstandigheden sinds de beschikking van 22 februari 2023 zijn gewijzigd. Volgens de vader leeft de moeder de vastgestelde zorgregeling niet altijd even stipt na. Zo wordt [minderjarige] niet op de vastgestelde tijdstippen thuisgebracht. De regeling over de feestdagen wordt ook niet nageleefd. [minderjarige] was niet bij de vader tijdens kerst in 2022 en ook op Vaderdag was zij maar een paar uur bij hem. Verder heeft de vader naar voren gebracht dat [minderjarige] een (lees-)achterstand heeft en dat hij daarom een deel van het thuisonderwijs voor zijn rekening wil nemen.
De moeder betwist dat sprake is van gewijzigde omstandigheden. De moeder houdt zich aan de vastgestelde tijdstippen, en stelt zich juist flexibel op ten opzichte van de vader en [minderjarige] . De wijziging op Vaderdag kwam voort uit een wens van [minderjarige] zelf, waarmee de vader heeft ingestemd en waarvoor hij een compensatie-dag heeft gekregen. De zorgen van de vader over het thuisonderwijs zijn niet nieuw en zijn in de vorige procedure ook al aan de orde gesteld. De vader vraagt nu bijna dezelfde regeling die hij in de vorige procedure had verzocht. Als de vader het niet eens was met de uitkomst van die procedure dan had hij hoger beroep moeten instellen.
De rechtbank overweegt als volgt.
Dat de moeder de zorgregeling niet altijd even stipt naleeft, heeft zij betwist en heeft de vader verder onvoldoende onderbouwd. De door de vader genoemde voorbeelden over het te laat brengen van [minderjarige] hadden te maken met een tijdelijke situatie waarin de moeder zich bevond in verband met een verbouwing. Daardoor verbleef zij enkele maanden in Almere. Deze situatie speelde al tijdens de vorige procedure. De vader heeft verder ook niet betwist dat op Vaderdag in overleg is afgeweken van de regeling. Dat de vastgestelde regelingen voor het overige niet worden nageleefd, is de rechtbank niet gebleken. Ook de stelling dat het thuisonderwijs niet adequaat is en dat [minderjarige] een (lees-)achterstand heeft, is door de vader – mede gelet op de gemotiveerde betwisting door de moeder – niet, dan wel onvoldoende onderbouwd.
De rechtbank concludeert dat de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden geen gewijzigde omstandigheden opleveren ten opzichte van de in de beschikking van 22 februari 2023 vastgestelde regelingen. Dat betekent dat de rechtbank de aangevoerde omstandigheden niet inhoudelijk beoordeelt. De rechtbank zal de vader daarom nietontvankelijk verklaren in zijn verzoek om de zorgregeling en verdeling van vakanties en feestdagen te wijzigen.
De rechtbank begrijpt dat het verzoek van de vader met name voortkomt uit zijn wens om meer tijd met [minderjarige] door te brengen, zodat hij – naast leuke dingen – ook tijd heeft om te helpen met het thuisonderwijs. Zoals de Raad tijdens de zitting naar voren heeft gebracht, is het te prijzen dat de vader met name leuke dingen wil ondernemen met [minderjarige] als zij bij hem is, maar hij kan er ook voor kiezen om in die tijd (mede) aandacht te besteden aan haar leesvaardigheid. Daarbij merkt de Raad op dat de huidige zorgregeling pas één jaar geleden is vastgesteld. De rechtbank vindt rust en regelmaat belangrijk voor [minderjarige] . Ook in het geval dat wel sprake zou zijn geweest van gewijzigde omstandigheden acht de rechtbank het niet in het belang van [minderjarige] dat de zorgregeling wordt gewijzigd.
Dwangsom
De rechtbank begrijpt de verzochte dwangsom zo dat die zal worden verbeurd bij het niet nakomen van de verzochte regelingen. De vader heeft geen belang meer bij toewijzing van dit verzoek. De rechtbank zal de vader daarom ook niet-ontvankelijk verklaren in dit verzoek. Voor het geval het verbeuren van de dwangsom ziet op het niet nakomen van de regelingen uit de beschikking van 22 februari 2023 is het de rechtbank onvoldoende gebleken dat die regelingen niet goed worden nagekomen. In dat geval zal het verzoek van de vader worden afgewezen.
Informatieregeling
De moeder heeft geen bezwaar tegen het opnemen van een informatieregeling waarbij zij de vader één keer per maand per e-mail informeert over het welzijn en de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs van [minderjarige] . De rechtbank zal het verzoek van de vader hierover daarom toewijzen, waarbij de rechtbank opmerkt dat zij hoopt dat de vader hierdoor meer vertrouwen krijgt in de het thuisonderwijs van de moeder.

Beslissing

De rechtbank:
*
verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wijziging van de zorgregeling en de verdeling van de vakanties en feestdagen;
*
verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek om de moeder te veroordelen tot een dwangsom van € 100,- voor iedere keer c.q. dag dat zij geen uitvoering geeft aan de vast te stellen regelingen;
*
bepaalt dat de moeder met ingang van vandaag de vader elke maand per e-mail ( [e-mailadres] ) zal informeren over het welzijn en de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] , waarin in ieder geval de volgende informatie staat:
  • informatie over de gezondheid van [minderjarige] ;
  • welke onderwerpen bij het onderwijs zijn behandeld;
  • welke onderwerpen [minderjarige] goed afgingen;
  • welke onderwerpen mogelijk extra aandacht nodig hebben;
  • welke educatieve activiteiten [minderjarige] heeft ondernomen.
en verklaart deze informatieregeling uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. M.I. Noordegraaf als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 april 2024.