In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 5 april 2024 uitspraak gedaan in een zaak betreffende het gezag, de omgang en de kinderalimentatie van een minderjarige. De moeder heeft verzocht om het gezamenlijk gezag te beëindigen en te bepalen dat zij alleen het gezag over de minderjarige zal uitoefenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om op een rustige manier met elkaar te communiceren in het belang van hun kind. De vader heeft aangegeven het verzoek van de moeder te steunen, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar beslissing. De rechtbank heeft daarom besloten dat het gezamenlijk gezag beëindigd wordt en dat de moeder voortaan alleen het gezag over de minderjarige zal uitoefenen.
Daarnaast heeft de rechtbank een omgangsregeling vastgesteld waarbij de minderjarige om de veertien dagen van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de vader verblijft. Dit is gedaan om confrontaties tussen de ouders te vermijden en om de minderjarige een stabiele omgeving te bieden. De rechtbank heeft ook de kinderalimentatie vastgesteld op € 200,- per maand, met ingang van 20 maart 2024, wat door de vader is goedgekeurd. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de minderjarige, waarbij de rechtbank benadrukt dat het belangrijk is dat de minderjarige contact kan houden met beide ouders, ook in het geval de vader naar Turkije zou verhuizen.
De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. A.C. Olland, bijgestaan door griffier mr. M.I. Noordegraaf, en is uitgesproken ter openbare zitting.