ECLI:NL:RBDHA:2024:1127

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
NL23.34994
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak tussen verzoekers, bestaande uit [naam 1] en [naam 2], beiden van Egyptische nationaliteit, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2024 uitspraak gedaan. Verzoekers hebben een verzoek om voorlopige voorziening ingediend na de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 30 oktober 2023 als kennelijk ongegrond zijn beoordeeld. De verzoekers hebben beroep ingesteld tegen dit besluit en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.

De zitting vond plaats op 23 november 2023, waar verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, aanwezig waren. Tijdens de zitting is ook een tolk aanwezig geweest. De voorzieningenrechter heeft de zaak in samenhang met een andere zaak (NL23.34993) behandeld. In de uitspraak van die andere zaak is het beroep van verzoekers gegrond verklaard, maar de voorzieningenrechter heeft in deze zaak geen omstandigheden gevonden die het treffen van een voorlopige voorziening noodzakelijk maken. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorzieningen afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van griffier mr. P.C.J. Lindeijer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.34994

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam 1] , verzoeker,

geboren op [geboortedatum 1] ,
V-nummer: [nummer 1] , en
[naam 2]verzoekster,
geboren op [geboortedatum 2] ,
V-nummer: [nummer 2]

mede namens hun minderjarige kinderen

[naam 3] ,
[naam 4]en
[naam 5]
allen van Egyptische nationaliteit,
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. B.H. Werink)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. D.L. Boer).

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de opvolgende aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.34993, op 23 november 2023 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Tevens is een tolk verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.34993, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en dat beroep gegrond verklaard. De voorzieningenrechter ziet geen omstandigheden die het treffen van een voorlopige voorziening noodzakelijk maken en wijst het verzoek dan ook af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorzieningen af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.