Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie
op rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, een Saoedi-Arabische, op 14 december 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eiseres op 12 november 2023. Eiseres heeft vervolgens op 5 december 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres had haar asielaanvraag ingediend op 14 december 2022, en de beslistermijn zou normaal gesproken op 14 juni 2023 eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van het WBV 2022/2 is deze termijn met negen maanden verlengd, waardoor de beslistermijn op 14 maart 2024 eindigde. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was.
Aangezien de ingebrekestelling van eiseres prematuur was, voldeed het beroep niet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.