ECLI:NL:RBDHA:2024:11403
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L. Sinoo, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. J.A.C.M. Prins, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker, conform de Dublin-verordening.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 11 juni 2024, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, A. Awakian. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.21912, behandeld, die verband hield met het beroep van verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, in de andere zaak, al een beslissing genomen op het beroep van verzoeker. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.