Op 3 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009, in het kader van jeugdzorg. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden als gecertificeerde instelling, die verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De moeder van de minderjarige, die belast is met het ouderlijk gezag, was niet aanwezig bij de zitting, maar haar advocaat had aangegeven dat zij zich kon verenigen met het verzoek.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel in een gesloten accommodatie verblijft en dat er eerder al een ondertoezichtstelling is verlengd. De kinderrechter heeft de ontwikkeling van de minderjarige besproken, die positief is, en heeft geconcludeerd dat een gesloten setting niet langer noodzakelijk is. Er is een passend gezinshuis gevonden waar de minderjarige kan opgroeien tot zijn drieëntwintigste verjaardag, wat als een goede oplossing wordt gezien voor zijn verdere ontwikkeling.
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met ingang van 3 juli 2024 tot 8 oktober 2024, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 23 juli 2024. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.