Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van 27 maart 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de schriftelijke update van de gecertificeerde instelling van 18 juni 2024;
2.De verzoeken
3.De standpunten
Verder is een vereiste voor een ondertoezichtstelling dat de noodzakelijke hulp niet wordt geaccepteerd. Hieraan wordt niet voldaan, want de moeder accepteert de geboden hulp. Zij heeft zelf de kindercoach ingezet en wil deze coach ook behouden als de ondertoezichtstelling niet wordt verlengd. Daarbij is er geen hulpverlening geïndiceerd die niet in het vrijwillig kader kan plaatsvinden. Het is belangrijk dat er rust komt en dat de strijd tussen de ouders stopt. De ondertoezichtstelling is van negatieve invloed op het welzijn van de moeder en geeft de vader juist een podium om de strijd tussen de ouders verder te voeren. De moeder wil naar voren brengen dat zij akkoord is met de omgangsregeling zoals die nu is opgesteld. Ter zitting heeft de moeder toegelicht dat [minderjarige] ook recht heeft op contact met haar vader. De moeder wil ook dat zij dit contact heeft. Er ligt een duidelijk advies van de kindercoach dat de ouders niet altijd moeten meegaan in de verhalen die [minderjarige] vertelt. De moeder zal de adviezen van de kindercoach blijven opvolgen, ook als dit bijvoorbeeld betekent dat de omgang van de woensdag niet stopgezet wordt, maar op een andere dag zal plaatsvinden. Volgens de moeder worden door de gecertificeerde instelling steeds aannames gedaan, maar is het afgelopen jaar niet één keer gevraagd hoe het met [minderjarige] gaat. De moeder ziet ook geen meerwaarde in een traject van Stoere Schilpadden. Zij stelt voorop dat er rust moet komen.
4.De beoordeling
Gezien het voorgaande is het naar het oordeel van de kinderrechter nodig dat de ondertoezichtstelling verlengd wordt. Wel ziet de kinderrechter, zoals door de moeder naar voren gebracht, dat noodzakelijk is dat er zoveel mogelijk rust en duidelijkheid ontstaat. Naar het oordeel van de kinderrechter is de eerste stap dan ook dat er een vaste jeugdbeschermer móet komen. De kinderrechter is zich ervan bewust dat vermoedelijk praktische belemmeringen ten grondslag liggen aan het gebrek van een vaste jeugdbeschermer – zoals het tekort aan jeugdbeschermers en de daaruit voortvloeiende noodzaak tot prioritering – maar op dit moment gaat het om een termijn van bijna één jaar en dat is onacceptabel.
5.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.