In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juni 2024 een beschikking gegeven over een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hillegom heeft verzocht om deze machtiging, omdat de minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft eerder op 11 juni 2024 al een spoedmachtiging verleend voor een tijdelijke opname in een gesloten accommodatie, die van 11 juni tot 24 juni 2024 duurde. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 juni 2024 waren de minderjarige, zijn ouders, en vertegenwoordigers van het college aanwezig. De ouders hebben ingestemd met de gesloten jeugdhulp, terwijl de minderjarige zelf twijfels heeft over het verblijf in een gesloten groep.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er al veel hulpverlening is ingezet, maar dat deze niet heeft geleid tot voldoende positieve veranderingen in het gedrag van [minderjarige]. Hij vertoont verbaal en fysiek agressief gedrag, wat de veiligheid van hemzelf en anderen in gevaar brengt. De kinderrechter oordeelt dat een gesloten accommodatie noodzakelijk is om de minderjarige de structuur en begeleiding te bieden die hij nodig heeft. De machtiging is verleend voor een periode van drie maanden, van 18 juni tot 18 september 2024, met de hoop dat [minderjarige] binnen deze periode kan werken aan zijn emotieregulatie en dat er een duidelijk plan met doelen wordt opgesteld voor zijn verdere ontwikkeling.
De kinderrechter heeft ook benadrukt dat het belangrijk is om na de gesloten periode te onderzoeken wat de beste vervolgplek voor [minderjarige] is, aangezien een langdurige gesloten plaatsing niet in zijn belang lijkt. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.