Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser, een Afghaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 19 augustus 2021 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister op 14 maart 2024 is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 5 juli 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en de minister aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en vernietigt het bestreden besluit van de minister.
Eiser heeft aangevoerd dat hij is bekeerd tot het christendom en dat hij niet kan terugkeren naar Afghanistan vanwege zijn geloofsgroei en de risico's die hij loopt als Tadzjiek. De minister heeft echter de geloofwaardigheid van eisers beweringen over zijn bekering en de situatie in Afghanistan betwist. De rechtbank concludeert dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de risico's voor terugkeerders uit het Westen en dat er nader onderzoek nodig is naar de terugkeerrisico's van asielzoekers zoals eiser. De rechtbank draagt de minister op om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van eiser en de recente ontwikkelingen in Afghanistan.
De rechtbank wijst erop dat eiser recht heeft op een vergoeding van zijn proceskosten, vastgesteld op €1.750,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Raad van State binnen een week na verzending.