De beroepsgrond dat het niet zorgvuldig is om in dit geval tegen te werpen dat eiser op onderdelen onvoldoende of oppervlakkig heeft verklaard slaagt. Eiser is tijdens zowel het nader gehoor als het aanvullend nader gehoor een aantal keer verzocht het kort te houden en niet teveel uit te wijden. Op pagina 6 van het nader gehoor staat:
“
Ik zou u willen verzoeken minder uit te wijden in details gedurende uw verhaal.”
Op pagina 11 van het nader gehoor doet de hoormedewerker het volgende verzoek aan eiser:
“
Ik verzoek u wat preciezer antwoord te geven op de vragen. Ja, dit komt omdat ze bij mijn mensenhandel zaak zeiden dat ik te kort had geantwoord dus daarom wil ik vandaag langere antwoorden geven.
Dit is niet nodig, als er iets onduidelijk is dan vraag ik dat wel. Probeer alstublieft kort en duidelijk antwoord te geven op de vraag. Oké.”
Bij de correcties en aanvullingen op het nader gehoor van wijst eiser erop dat hij een heleboel zaken wilde uitleggen tijdens dit gehoor, maar dat hij geregeld werd onderbroken door de hoormedewerker die aangaf dat hij dingen moest samenvatten en vooral kort moest vertellen. Dit verhoudt zich volgens eiser niet met het karakter van LHBTI-zaken, waarin de minister aandringt op uitgebreide verklaringen, bij gebreke waarvan vaak wordt geconcludeerd dat verklaringen oppervlakkig en vaag zijn.
Nadat eiser tijdens het aanvullend nader gehoor wordt onderbroken door de hoormedewerker, staat op pagina 10 van het aanvullend nader gehoor:
“
Ik bedoel het niet vervelend met dat ik u onderbreek, maar u begon flink uit te weiden het was niet echt een antwoord op mijn vraag. Dus vandaar dat ik even inbrak.”
Tijdens het antwoord van eiser op pagina 13 van het aanvullend nader gehoor op de vraag over hoe zijn relatie is ontstaan, hoe deze zich heeft ontwikkeld, wordt eiser als volgt door de hoormedewerker onderbroken:
“U mag iets minder gedetailleerd vertellen. Vertel eens hoe de hechte vriendschap zich heeft ontwikkeld tot een relatie?
6.1.1.Eiser wordt bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van zijn verklaringen tegengeworpen dat hij op een aantal punten onvoldoende inzichtelijke, summiere en oppervlakkige verklaringen heeft afgelegd. Dat kan eiser onder deze omstandigheden echter niet worden tegengeworpen. Eiser is juist door de hoormedewerker afgeremd in zijn verklaringen: eiser moest kort verklaren en als iets onduidelijk was, dan zou de hoormedewerker doorvragen. Dat dit een beperkt aantal keer is gebeurd, doet daar niet aan af omdat het voor te stellen is dat eiser dit in algemene zin heeft opgevat. Het op deze manier afremmen van eiser in zijn verklaringen is onzorgvuldig.