In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Sierra Leoonse nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 16 augustus 2021 een asielaanvraag ingediend, die door de minister van Asiel en Migratie op 21 september 2023 is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 8 februari 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. Na de zitting is het onderzoek aangehouden in afwachting van een BMA-onderzoek. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden en de rechtbank heeft op 1 juli 2024 het onderzoek gesloten.
De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft gesteld dat hij vreest voor vervolging door het Soko-genootschap, waarvan zijn vader en grootvader lid waren. Hij heeft echter niet overtuigend aangetoond dat zijn betrokkenheid bij het genootschap geloofwaardig is. De rechtbank concludeert dat de minister de asielaanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de problemen die eiser heeft ervaren niet voldoende zijn onderbouwd. Eiser heeft geen concrete informatie over het genootschap kunnen geven en zijn verklaringen zijn inconsistent.
Daarnaast heeft de rechtbank het beroep op medische noodsituatie afgewezen. Het BMA-advies concludeert dat eiser psychische problemen heeft, maar dat hij kan reizen onder bepaalde voorwaarden. De rechtbank oordeelt dat verweerder het BMA-advies terecht heeft gevolgd en dat er geen reden is om aan te nemen dat eiser in aanmerking komt voor uitstel van vertrek op medische gronden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.