Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die tijdelijk bescherming genoot op basis van de Richtlijn 2001/55/EG, had tegen een terugkeerbesluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, dat op 7 februari 2024 was genomen, hield in dat de tijdelijke bescherming van verzoeker zou eindigen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de overweging dat er eerder op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL24.10599) die relevant was voor de beoordeling van het verzoek. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen verschoonbare reden was voor het te laat indienen van het beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.