ECLI:NL:RBDHA:2024:11677

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
NL24.15945
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander Oekraïne

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die tijdelijk bescherming genoot op basis van de Richtlijn 2001/55/EG, had tegen een terugkeerbesluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld. Dit besluit, dat op 7 februari 2024 was genomen, hield in dat de tijdelijke bescherming van verzoeker zou eindigen. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de overweging dat er reeds een uitspraak was gedaan in een vergelijkbare zaak (zaaknummer NL24.15944), waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer aan de orde was. Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.15945

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 7 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder tegen verzoeker een terugkeerbesluit uitgevaardigd. Hierin is meegedeeld dat verzoekers tijdelijke bescherming zoals bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG eindigt.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb. [1]

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.15944, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 18 juli 2024 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht.