Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd aan eiseres door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, die de Belgische nationaliteit heeft, werd op 5 juli 2024 in bewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 17 juli 2024, waarbij eiseres via videoverbinding aanwezig was, bijgestaan door haar gemachtigde, mr. S.A.M. Fikken. De minister werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Toonders.
De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, omdat er een risico bestond dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiseres voerde aan dat de minister niet voortvarend genoeg handelde en dat er lichter middelen beschikbaar waren. De rechtbank oordeelde echter dat de minister voldoende voortvarend had gehandeld en dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak. Eiseres had een maand de tijd gekregen om zelfstandig naar België terug te keren, maar had hier geen gebruik van gemaakt.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.