Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende vreemdeling. Eiser had op 25 juni 2024 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de minister van Asiel en Migratie, op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 10 juli 2024 kon eiser niet aanwezig zijn vanwege transportproblemen, waardoor de behandeling van de zaak werd aangehouden. Op 17 juli 2024 vond een tweede zitting plaats, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring noodzakelijk was voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van de asielaanvraag van eiser. Eiser betwistte de rechtmatigheid van de maatregel, aangezien zijn asielaanvraag op 9 juli 2024 was afgewezen. De rechtbank oordeelde echter dat, gezien het feit dat eiser op 16 juli 2024 beroep had ingesteld tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag, hij rechtmatig verblijf had en de maatregel van bewaring op de juiste grondslag was gebaseerd. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de maatregel van bewaring voldoende waren en dat een lichter middel niet doeltreffend zou zijn.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter M.L. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier E.C. Jacobs, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.