Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.W.B. van Twist, had op 3 juni 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen. Dit gebeurde op basis van de stelling dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op 18 juli 2024 al een mondelinge uitspraak was gedaan in een vergelijkbare zaak, zaaknummer NL24.26421, waarin het beroep van verzoeker werd behandeld. Aangezien er al een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.