Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Azerbeidzjaanse nationaliteit, heeft op 7 oktober 2021 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelt dat hij sinds 2007/2008 in conflict is met zijn buren en dat hij in Azerbeidzjan wordt gezocht vanwege het ontlopen van militaire dienst. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Azerbeidzjan te vrezen heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. De rechtbank oordeelt dat de door eiser aangevoerde redenen, waaronder het conflict met zijn buren en de vrees voor arrestatie, niet voldoende zijn om een verblijfsvergunning asiel te verlenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, de minister van Asiel en Migratie, in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd heeft ingegaan op de zienswijze van eiser. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat zijn echtgenote rechtmatig verblijf heeft in Nederland, waardoor er geen sprake is van een beschermingswaardig gezinsleven volgens artikel 8 van het EVRM. De rechtbank concludeert dat de herhaling van eerdere stellingen door eiser niet leidt tot een ander oordeel, aangezien verweerder al voldoende gemotiveerd heeft aangegeven dat er geen risico is op schending van artikel 3 van het EVRM bij terugkeer naar Azerbeidzjan.
De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad van State binnen vier weken na verzending van de uitspraak.