ECLI:NL:RBDHA:2024:11735

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juli 2024
Publicatiedatum
26 juli 2024
Zaaknummer
NL24.16933
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen

In deze zaak hebben eisers, van Egyptische nationaliteit, op 8 oktober 2019 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 30 oktober 2023 de aanvraag kennelijk ongegrond verklaard. Eisers hebben hiertegen op 6 november 2023 beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 1 februari 2024 het beroep gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen acht weken opnieuw te beslissen op de asielaanvraag. De minister heeft echter niet binnen de gestelde termijn beslist, wat heeft geleid tot een ingebrekestelling door eisers op 28 maart 2024.

Eisers hebben op 17 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling prematuur was, aangezien de termijn voor de minister om te beslissen op de asielaanvraag eindigde op 29 maart 2024. Hierdoor voldeed het beroep niet aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, wat leidde tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was.

De rechtbank heeft besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.16933

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Egyptische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Egyptische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Egyptische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Egyptische nationaliteit,
v-nummer: [nummer],

[naam],

geboren op [geboortedatum],
van Egyptische nationaliteit,
gezamenlijk: eisers,
(gemachtigde: mr. B.H. Werink),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister.

Procesverloop

Eisers hebben op 8 oktober 2019 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
Op 30 oktober 2023 heeft de minister de aanvraag van eisers kennelijk ongegrond verklaard. Eisers hebben op 6 november 2023 tegen deze beschikking beroep ingesteld. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft op 1 februari 2024 het beroep gegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de minister binnen acht weken opnieuw een besluit diende te nemen op de asielaanvraag van eisers van 8 oktober 2019. De minister heeft hieraan niet voldaan.
Bij brief van 28 maart 2024 hebben eisers de minister in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun asielaanvraag.
Op 17 april 2024 hebben eisers beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. In artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb is bepaald dat, voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit wordt gelijkgesteld.
3. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, voor zover hier van belang, is bepaald dat een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
4. Eisers hebben hun asielaanvraag ingediend op 8 oktober 2019. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft bij haar uitspraak van 1 februari 2024 de minister opgedragen binnen acht weken opnieuw te beslissen op de asielaanvraag van eisers van 8 oktober 2019. De rechtbank stelt vast dat de door deze rechtbank en zittingsplaats opgelegde belsistermijn van acht weken om alsnog op de asielaanvraag van eisers te beslissen, eindigde op 29 maart 2024. Dat betekent dat de ingebrekestelling van 28 maart 2024 prematuur is ingediend. Het beroep voldoet daarom niet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen, als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
5. Het beroep is, gelet op het voorgaande, kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van
mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.